Waarom de kiezer zich zo vreemd gedraagt

W

U heeft het ook kunnen lezen: ervaren politicus Karel De Gucht vindt dat de kiezer medeverantwoordelijk is voor de politieke impasse. De kiezer lijkt wel opzettelijk het de gevestigde politieke instellingen moeilijk te willen maken. Ik noem dat gemakshalve ‘de perverse kiezer’. Die geeft gas terwijl zijn auto in de modder is vastgeraakt. We krijgen geen regering gevormd? Let maar even op, bij de volgende verkiezingen verdwijnt het ‘noodzakelijke midden’ helemaal, dan stem ik nog wat extremer. 

De kiezer bestaat uiteraard niet, de kiezer dat bent u, uw buurvrouw, uw neefje en ik. We hebben allen onze eigen heel persoonlijke mening om te stemmen voor partij x en niet voor partij y. Tenminste dat denken we, want als we al die zeer individuele expressies van die zeer individuele beslissingen samen tellen, zie je sterke sociologische tendensen, zoals de opgang van populisme en  extreem rechts.  

De kiezer maakt het in zovele landen zo bont dat de experts van het individuele gedrag, de psychologen, zich gebogen hebben over ons gedrag en de ‘Monitor on Psychology‘ van november jongstleden wijdde er zelfs zijn hoofdartikel aan. De focus ligt in dat overzichtsartikel op de Verenigde Staten, maar de parallellen met de Europa zijn wel erg opvallend.

De eerste stap die de kiezer zet, is de basisvraag beantwoorden: wie ben ik?  Vele antwoorden op die vraag zijn uiteraard irrelevant voor onze politieke keuze. Ik hou van asperges, supporter voor F.C. Brugge en hou van tuinieren. Maar de traditionele manieren om ons te definiëren en zo onze politieke keuze te bepalen vliegen hoe langer hoe meer de deur uit: ik ben een loyale katholiek, ik ben een arbeider, ik ben een kleine zelfstandige. Veronderstel dat u vroeger zegde: ik ben een kleine zelfstandige. Dan wist u waar u terecht kon in het politieke spectrum, bij een partij die het privébezit heilig verklaarde, de belastingen laag zou houden, en uw financiële privacy zou beschermen, uw vrijheid als u iemand in dienst zou nemen niet zou beknotten. Maar de kleine zelfstandige in een winkelstraat ziet grote ketens oprukken, verliest klanten aan het Internet en vreemdelingen houden winkels open op een lichtjes andere manier dan hijzelf. Zijn identiteit faciliteert hem niet meer bij de keuzes. Moet hij voor een partij stemmen die lage belastingen garandeert, of voor een partij die de vrijheid van ondernemen van bijvoorbeeld een über of een webshop aan banden legt, of voor een partij die ‘iets’ doet aan die vreemdelingen. En omdat het allemaal zo onduidelijk wordt, kies je dan maar volgens een dimensie die helderheid garandeert, en populisten zijn nu eenmaal helderder (in hun beloftes tenminste) dan het ‘moedige midden’ dat vreemde termen hanteert als ‘staatsmanschap’. 

Onderzoek na onderzoek bevestigt dat de vraag naar identiteit doorslaggevend is bij onze politieke keuzes. We worden lid van een ‘politieke’ stam en kijken vanuit die ‘stam’ naar de wereld. De polarisatie neemt toe. Het beeld van de andere stam wordt negatiever en negatiever; in 1960 zegden slechts vier procent van de democraten of republikeinen dat ze zouden ontgoocheld zijn mochten hun kinderen  huwen met iemand van de andere partij. Ondertussen is dat cijfer toegenomen tot 45% bij de democraten en 35% bij de republikeinen. Ook bij ‘brexit’ of ‘remain’ werd snel duidelijk dat het ene kamp het andere kamp vooral verafschuwde. In België heb je natuurlijk een verdeling op basis van taal en het ene kamp heeft geen al te fraaie woorden over het andere kamp. Maar als u een uitgesproken mening heeft (en die kans is vrij groot) over de opwarming der aarde, is de kans groot dat u niet bepaald verdraagzaam bent naar wie een totaal andere mening is toegedaan. 

Dit polariseren heeft zeker te maken met de manier waarop we ons informeren. Tot grote ontgoocheling van mensen zoals ik, leidt een overvloed aan informatie niet tot een meer genuanceerde meningsvorming, integendeel, we lijken met zijn allen vooral op zoek te gaan naar die informatie die onze mening bevestigt. Dat heeft de mens altijd gedaan, we zegden liever ons abonnement op onze krant op dan van mening te veranderen, maar door dagelijks eenzelfde vrij genuanceerde krant te lezen, naar het tv-journaal van een staatszender te kijken, werden we toch overspoeld met uiteenlopende meningen. Nu zoeken we voor elk onderwerp zowat de juiste bron. En wees maar zeker, die vinden we altijd. Rond nieuwe onderwerpen zijn de radicale sociale media veel sneller dan de genuanceerde kanalen. Op dat vlak zijn we in België nog gezegend met min of meer neutrale media. Ik volgde op CNN de binnenkomende resultaten van de vorige presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Het was alsof ik naar een propagandazender voor de democraten keek. En zelfs een kwaliteitskrant als The Guardian lukte er maar niet in één enkele genuanceerde stelling pro-brexit te formuleren. Kan de helft van de Britse bevolking dan zo dwaas zijn dat ze een hersenschim nastreeft?  Het antwoord dat de Sun of the Daily Mail nog wat extremer pro-brexit waren doet er uiteraard niet toe. 

Steeds meer nieuwszenders en kranten in de wereld informeren niet, ze participeren door actief conflict te bevorderen. The New York Times en The Wall Street Journal beledigen, schelden, verklaren voor dom en onverantwoordelijk, niet verschillende personen van verschillende partijen, neen, oh zo toevallig altijd de leden van de andere stam. Omdat ik qua persoonlijke overtuiging eerder aanleun bij The New York Times, zijn het vooral de eenzijdige, vaak leugenachtige, artikels van WSJ die mij op de heupen werken, maar dat zegt vooral veel over… mezelf.

Ok, het is weer allemaal de schuld van de media. Neen, toch niet, het is de schuld van de gretigheid van het individu dat slechts één klok wil horen. Kiezers laten zich onwaarschijnlijk gemakkelijk opsluiten in één kamp. Geen paniek, dat is echt niet nieuw, dat is van alle tijden. Alleen bouwt de moderne kiezer zijn sociale identiteit op niet-traditionele kanalen, stelt hij als het ware zijn eigen dagblad samen, en dat populistische thema’s daar een opvallend grote plaats in nemen, is bijna een tautologie. Alleen vaste mediakeuze (mijn dagelijkse kwaliteitskrant en mijn vaste neutrale nieuwszender) beschermt mij tegen populisme. Maar laten we eerlijk zijn, wie wil daar nu tegen beschermd worden?

Sociale identiteitstheorie stelt dat we eerst kiezen voor een lidmaatschap van een groep, en dat onze andere keuzes eruit volgen. Dat merk je heel goed bij sportclubs. Zodra ik kies voor ‘F.C. Brugge’ of ‘De Rode Duivels’ begin ik heel anders te kijken naar bijvoorbeeld supporters van eigen club of die van de tegenstander, ik kijk ook heel uniek naar het gedrag van de scheidsrechter of de VAR, ik kijk op een merkwaardige wijze naar de ‘Heilige Grond’ waarop mijn ploeg speelt, en ik begin individuele spelers van de eigen ploeg steeds sympathieker te vinden.

Sociaal psychologen hebben al herhaalde malen aangetoond dat onze identiteit in hoge mate ons denkvermogen beïnvloedt. We geloven zonder meer de informatie die in ons kraam past, en verwerpen informatie die niet in ons kraam past. ‘Motivated reasoning’ laat zich moeizaam vertalen. Gemotiveerd redeneren is nogal koud, ‘in eigen straatje redeneren’ iets te prozaïsch. Het is bij de hoofdzakelijk democratisch ingestelde Amerikaanse onderzoekers ‘bon ton’ om aan te tonen dat eenzijdig redeneren vooral bij Republikeinen voorkomt, maar een meta-analyse toont aan dat zowel ‘liberalen’ als ‘conservatieven’ in eigen straatje redeneren. Zowat alle informatie, waar of vals, van welke bron ook, wordt ‘verwerkt’, ‘onthouden of vergeten’ tot ze netjes zijn doel dient: het versterken van onze sociale identiteit. 

Waar politicologie en psychologie elkaar goed ontmoeten is bij een voorkeur voor de status quo.  Van alle politieke theorieën is die van het ‘incrementalisme’ de meest sprekende. Vertrek van de status quo en wijk daar slechts met kleine stapjes van af. Zelfs bij ons al te complex fiscaal systeem krijgen we fundamentele hervormingen niet van de grond. Neem gelijk welk dossier in ons land, en je zult merken dat de politieke appetijt om dat radicaal aan te pakken ofwel ongewenst, ofwel gewoonweg onmogelijk is. Welnu de gewone kiezer is vooral gemotiveerd om niet te verliezen wat hij heeft. Populistische partijen spelen daar vaak handig op in.  Nostalgie is vaak manifest aanwezig. Op dit ogenblik lijken de jaren vijftig zo’n ‘gezellige’ periode die niet mag verloren gaan. Overigens wordt er dan gedaan alsof er in die tijd geen fake news was bijvoorbeeld, maar de grootste politieke partij in het land was toen gebaseerd op Bijbelse verhalen, waarvan het waarheidsgehalte zelden relevant leek.  Een deel van de sympathie voor extreem rechts is zonder meer heimwee naar de tijd de rolverdeling tussen man en vrouw duidelijk was, heren een maatpak droegen en afwijkende sexuele gedragingen ‘zondig’. 

Leren we uit dergelijke analyses voldoende om het systeem te fixen?  Nog niet. Uiteraard wel door de via negativa. We begrijpen iets beter wat niet werkt, zoals eisen dat de kiezer zich beter informeert, door bijvoorbeeld te eisen dat hij een examen aflegt.  We weten immers dat handige populisten ook zo’n systeem snel zullen kapen, en… de status quo is nu eenmaal ‘geen eisen stellen aan de kiezer’, dat is anti-democratisch.  Wereldwijd zal men de volgende decennia experimenteren met vormen van democratie (of een andere bestuursvorm) die sterk kunnen afwijken van de huidige aanpak. Hier en daar zullen experimenten ‘werken’. Die kunnen we dan volgen. Ondertussen zal het politiek gesproken huilen zijn met de pet op. Met of zonder regering.

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken