De structuur van asfalt

D

Hans Leduc

Enkele weken geleden ontmoette ik Hans Leduc. Hij had onder die schuilnaam een psychologische roman gepubliceerd. Een week later gaf hij mij een exemplaar. Een autobiografisch boek. Eerlijk gezegd, dat beloofde niet veel goeds. Zuiver autobiografische romans zijn zelden interessant, en meestal slecht geschreven.  De titel was wel een aangename verrassing: De structuur van asfalt. Typisch voor een ingenieur om zo’n titel te bedenken. Ik begon met heel gemengde gevoelens. De verteller is een ingenieur IT-er bij een groot bedrijf. Het verhaal wordt snel herkenbaar. Therapeuten hebben het mij zo vaak verteld: vader licht of zwaar autistisch, de zoon krijgt de diagnose op school, de succesvolle vader ontkent in alle toonaarden. Iedereen is toch ‘normaal’. Op hem moet je niet rekenen om die ingebeelde problemen aan te pakken.  

Ik poneerde vaak in lessen, niet gehinderd door dossierkennis, dat wie al te frequent langer dan twee uur aan een scherm gekluisterd zit, trekken van autisme vertoont. Een medewerkster corrigeerde mij, ik moest leren spreken over autismespectrumstoornis. Je leest regelmatig in zakenbladen of HR-tijdschriften dat mensen met die stoornis  uiterst geschikt zijn voor werk dat compromisloze logica vraagt en lange volgehouden concentratie op ‘dingen’. Maar is het wel een stoornis, een ziekte? Om een vraag uit de roman te ‘lenen’: ben je autist of heb je autisme?

Wat denken en voelen dergelijke mensen?  Hans Leduc beschrijft zijn emotionele worsteling, zijn pijn om als kind en als volwassene ‘anders’ te zijn, hoe hij schitterde in wiskunde, maar overal en altijd het muurbloempje was. En hij schrijft zoals je dat zou verwachten van iemand met de gave van onvoorwaardelijke objectiviteit: de eigen tekorten en worstelingen worden met een fileermes geanalyseerd. Nooit heb ik zo onthutsend, zo onthullend, zo raak, het verschil gelezen tussen interne monologen en… wat je dan toch maar zegt. Uiteraard herkende ik er mezelf in, niet zo extreem en vooral niet zo open als de auteur. Maar toch voldoende om mezelf enkele moeilijke vragen te stellen.

Hans heeft duidelijk in de IT-wereld carrière gemaakt. Hij richt dan ook af en toe zijn literaire (hij schrijft echt goed) laserstraalanalyses op wat echt belangrijk is in deze wereld; hij mist namelijk wat psychologen zouden noemen ‘warme empathie’ en zijn medewerkers signaleren dat aan het topmanagement. Leducs chef kaart dit probleem, bijna zijdelings, aan op het einde van het evaluatiegesprek. Het zijn ‘maar’ medewerkers, de planning werd ruim gehaald. Dat is toch het enige dat telt, nietwaar.

Hans worstelt met zijn onvermogen een woord van appreciatie over zijn lippen te krijgen, hij weet zelf wat hij gemist heeft in zijn jeugd en in zijn loopbaan. Het boek is een menselijke kreet naar warmte, naar schouderklopjes, naar menselijke erkenning.  Hij beschrijft hoe hij vlucht in ‘zijn’ wereld van structuren, planning, feiten en cijfers. Grappig, maar intriest, zijn de beschrijvingen van wat hij leert op cursussen ‘menselijke relaties’. Zouden die trainers weten wat ze sommige mensen aandoen? Daartegenover staat Leducs nuchtere kijk op de vreemde dingen die ‘gewone’ mensen doen. Met geduld, veel liefde en goede begeleiding, lukken zijn zoon en hijzelf erin een boeiende plaats te verwerven in hun emotionele wereld;  velen veranderen millimeter na millimeter in de juiste richting, de familie, de vrienden, het kerngezin Het is waarschijnlijk niet de bedoeling van de auteur dit expliciet aan te kaarten, maar het enige dat niet verandert, en zelfs in zijn processen nog wat ‘autistischer’ wordt, is het bedrijfsleven. ‘De structuur van asfalt’ is verplichte lectuur voor alle HR-diensten, voor managers in technische functies die denken dat ze mensen begrijpen en voor iedereen (en in Vlaanderen alleen moeten er dat tienduizenden zijn) die vermoedt dat zijn (maar vooral haar) partner, net iets te gretig achter dat scherm zit en zich verschuilt achter een muur van ‘analyse’.

Uitgegeven door Uitgeverij De Brouwerij . Meer info.

Rubrieken