Toon mij je pet en ik zal zeggen hoe slim je bent

Zoon Steven en ik delen een voorliefde voor de petten van Kangol. Wij delen niet de gewoonte de mooiste ervan te verliezen. Mijn verzameling ‘verloren Kangol-petten’ is groter dan mijn verzameling ‘nog in mijn bezit’. Mijn maat is wel opvallend groot, en zonder terug te keren naar de frenologie zou ik toch in alle bescheidenheid even willen wijzen op een recent gepubliceerde studie in  Psychological Science. Onderzoekers correleerden zorgvuldig de gegevens van breingrootte (op basis van MRI scans) van 13 608 Britten met de resultaten op intelligentietests. Je moet immers systematisch controleren voor geslacht, leeftijd etc. Deze nauwkeurige studie op een heel grote steekproef stelde een positieve correlatie vast! Hoe groter je brein, hoe slimmer. Twee kleine randbeschouwingen. Ten eerste: alle andere factoren constant! Dus kleine mensen moeten hun kleinere brein vergelijken met andere kleine mensen van dezelfde leeftijd, geslacht, sociaal-economische status. Ten tweede: men verklaarde op die manier welgeteld 2% van de variantie. Dan blijven er nog 98% over, die we kunnen verklaren door je goede of slechte keuze van ouders, wat je in de jeugd hebt gegeten, wat je nu eet, hoe flink je je best deed op school en hoeveel je nu slaapt, of je vreemde talen leert, etc. Dat laatste is belangrijk, want het is een onderzoek op Britten, die meestal slechts één taal spreken, en ik vermoed dat na de brexit (wanneer komt die er nu echt?) dit er niet zal op beteren.