De oude krokodil

D

Naar Aytekin Tank

De oude krokodil dreef op haar gemakje langs de kant van de rivier. Een jonge soortgenoot kwam naast haar zwemmen. ‘Ik hoorde dat je de meest gevreesde jager van alle rivieren bent. Deel je inzichten met mij, als het u belieft, ik ben nog jong en moet nog veel leren.’

De oude krokodil werd wakker uit haar namiddagdutje. Ze keek met één oog naar haar jongere soortgenoot. Ze zei niets en sliep verder. Langzaam liet ze zich meedrijven op de rivier.

Het is al te evident, dacht de jonge krokodil. Niemand preekt beter dan de mier en die zegt niets. Iedereen zegt het, onderneem, doe iets, blijf niet bij de pakken zitten. Ze zwom weg met krachtige pootslag en begon supergemotiveerd op katvissen te jagen. Ze liet een spoor van bubbels, bobbels, bellen en blaasjes achter. Hij zal wel zien dat succes in de actie ligt. Stilstaan is achteruitgaan.

Na een vrij succesvolle jacht keerde de jonge krokodil terug. De oude sliep nog steeds en luisterde met een half oog naar de pocherige verhalen van de jonge croco.  Ik heb twee sappige katvissen gevangen. ‘En wat is jouw buit van de dag? Je bent op je retour, man, je reputatie is sterker dan jezelf.’

Dat soort commentaar had de oude krokodil blijkbaar nog gehoord, in deze ADHD-tijden moet je permanent bezig zijn, altijd verbonden, laaghangend fruit plukken. Hij keek eens naar de jonge krokodil, sloot de ogen, en dreef verder stroomafwaarts. Kleine haast onzichtbare luchtbelletjes vormden zich aan de algen onder zijn lichaam. 

De jonge krokodil had een six-pack, geen algen aan zijn buik. Hij gleed door het water. Urenlang zocht hij nieuwe buit. Bij valavond keerde hij terug, een kraanvogel tussen de tanden. Eerlijk gezegd, die pluimen waren wat vreemd, want hij had het boek gelezen, verdriet is het ding met veren, en sindsdien at hij niet zo graag meer veren, en die vogels waren toch niet zo sappig als bijvoorbeeld een stuk wild. Toch zou hij eens tonen aan het oudje wat jagen is, wat actief zijn echt betekent.

In de verte leek de oude krokodil leek nog steeds te slapen. Het enige verschil was dat nu, bij valavond, een wildebeest vlakbij stond te drinken. Als een bliksem schoot het oudje uit het water, klemde zijn dodelijke kaken rond een been van het wildebeest en trok het in de rivier. 

De jonge krokodil zwom, de kraanvogel nog steeds in zijn bek, naar zijn oudere soortgenoot. Die was even zo’n tweehonderd kilo aan het veroverberen. Lekker, mals vlees, zonder veren. 

 ‘Ik smeek je, vertel me, hoe kreeg je dat voor mekaar?’

De oude krokodil naam zijn tijd, hij moest nog enkele grote brokken wildebeest doorslikken. 

‘Ik… ik deed niets, behalve als het er echt op aankwam.’

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken