Mijn huis staat nog niet in brand. Wat zou de brandmeester van Godfried Bomans hebben gezegd?

M

Je blust geen huis dat nog niet in brand staat. Jan Jambon bewijst dat hij nog wat te leren heeft in een cursus literair schrijven of van wijlen Steve Stevaert. Als je een metafoor gebruikt doe het dan goed. De belendende percelen, meester Koperbuik, waren de hilarische woorden van Godfried Bomans

naar Godfried Bomans, De brandmeester (Uit de bundel Kopstukken, 1947)

Onmiddellijk na de brand spoedden wij ons naar de brandmeester van Antwerpen, de heer Bart Koperbuik, die ons handenwrijvend in de deuropening tegemoet trad.

‘Dat!’, riep de heer Koperbuik uit, ‘was weer eens een echte, ouderwetse, uitslaande brand, nietwaar?’

‘Wat is een uitslaande brand, brandmeester?’

‘Dat weten wij niet.’

‘Maar hoe wist u dan, dat dit een uitslaande…’

‘Van de journalisten. Die zien dat direct. Wij blussen alleen.’

‘En de huizen ernaast, brandmeester?’

‘Pardon?’

‘De huizen ernaast, brandmeester.’

Brandmeester Koperbuik glimlachte. ‘Ik meen u te begrijpen’, zei hij, ‘u bedoelt de belendende percelen. Welnu, ik moet toegeven: ze staan nog.’

‘Spuit u nooit op het brandende huis zelf?’

‘Zelden. Wij spuiten alleen op de belendende percelen. De brand als zodanig interesseert ons niet. Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur, waarin berust moet worden.’

‘Waarom spuit uw collega Jambon alleen op de huizen zelf?’

‘Dat moet u hem zelf vragen, ik ben slechts een eenvoudige brandmeester; mijn collega’s Marc, Steven en Erika (ja ja je hebt in deze moderne tijden ook al brandmeesteressen) zijn voorstander van brandpreventie en ook preventief de belendende percelen al goed bespuiten. Maar ja, ieder zijn vak niewaar. Het onze is brandpreventie en branden blussen. Een politicus moet zovele andere dingen.

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken