Leren uit de coronacrisis

L

Mijn manuscript voor  ‘De Maatschappij als leerproces’ geraakt in een stroomversnelling. Ik heb veel tijd en elke dag krijg ik extreme voorbeelden in de schoot geworpen. Wat leren we nu uit deze  crisis? Leren we wel het juiste? Of leren we radicaal verkeerde dingen? Waar ligt het verschil?  Je zult de volgende quarantaine-weken op deze site al wel enkele voorproefjes van mijn boek krijgen. 

Denk vooral niet dat ik optimist en denk dat we alleen het juiste zullen leren. Inderdaad, we zullen voor jarenlang hebben geleerd hoe we onze handen moeten wassen en als virologen spreken, zullen we in de toekomst  beter luisteren. Maar let op, in een minimum aan tijd zullen virologen zich ook uitspreken over de organisatie van de gezondheidsdiensten (ook al hebben ze daar nooit academisch onderzoek over gedaan; ze zullen uiteraard wel met veel gezag spreken), nog een stapje verder zullen ze verregaande uitspraken doen over ‘gezondheid‘ en zelfs over ‘wetenschappelijk onderzoek’ (lijken alle disciplines echt op virologie?), en uiteraard nog een stapje verder zullen ze zich ook uitspreken over maatschappelijke problemen, van rechtvaardige belasting tot de opwarming der aarde. Altijd met datzelfde gezag… tot ze ooit zo dom of verblind zijn zich verkiesbaar te stellen op een politieke lijst.

Wat ik nu glashelder in mijn boek kan illustreren is het verschil tussen ‘vrije markt’ en ‘kapitalisme’. Een vrije markt zorgt er op wonderbaarlijke wijze voor dat we haast op elk moment en zowat overal producten vinden aan een redelijke prijs. Zelfs nu onder de meest extreme omstandigheden vind ik mijn potjes Alpro-pudding, mijn volkorenbrood en online zelfs een nieuw kussensloop aan betaalbare prijzen. De prijs van rijst en toiletpapier gaat niet eens radicaal de hoogte in. Integendeel, mijn lokale supermarkt zet zelfs rijst in promotie. Probeer je eens voor te stellen dat de staat dat allemaal zou moeten regelen, vooral in een crisissituatie. 

Op dit ogenblik veronderstel ik dat we einde mei, begin juni, terug ‘vrij’ zullen winkelen. Ik hoop dat ik niet te optimistisch ben. Voorspelt u dat er dan geen sportschoenen meer zullen zijn, geen nieuwe kleedjes, dat ondertussen overal de yoghurt uitverkocht is?  Geen verfborstels of plantaardappelen te krijgen? Of vertrouwt u op de ‘vrije markt?’ Ach, er zullen zich heel kleine problemen voordoen, en verwacht maar wat brekingsproblemen als restaurants terug openen. Maar zullen we wekenlang schaarste kennen?  Natuurlijk niet. De wonderen van de vrije markt…

Ik zal op deze site, soms voor de grap, soms heel ernstig, regelmatig een voorspelling maken. Ik maak er nu twee: de regering (Onze Volwaardige Regering met Volmachten) zal zeer voorzichtig te werk gaan bij de heropening van de horeca. Eerst hotels, dan B&B’s en gelijkgestelden en dan… restaurants en druppelsgewijs ook cafés. Want een rush op het café (waar elke Vlaming nu al van droomt) zal leiden tot veel incidenten en misschien  zelfs besmettingsgevaar voor… een nieuwe ziekte.  Eens geopend, voorspel ik dat de meest populaire restaurants in twee of zelfs drie shiften per avond zullen werken. Vroege eters mogen van 17 30 tot 19 00, de volgende ploeg van 19 00 tot 21  en de late ploeg van 21  tot 22 30.  We hebben wat in te halen. Het geld zal moeten rollen, restaurants zullen leuke initiatieven nemen, ondernemerschap zal worden beloond, het zal vooral een kwestie van keuken- en zaalpersoneel worden, niet van beschikbaarheid van prei, vis of kroketjes. Maar ja, zullen de marktfundamentalisten zeggen: personeelstekort komt natuurlijk omdat de markt voor personeel niet echt vlot draait. Misschien daarom toch nog een boude voorspelling: men zal de eerste maanden een beetje sleutelen aan de ‘regeltjes’ in de horeca.   En daarna ‘vergeten’ die terug te schroeven? 

Kapitalisme is iets anders. Kapitalisme is een maatschappelijke ordening waarbij wie (om welke reden dan ook) veel geld, (kapitaal dus) controleert, meteen zowat alle andere hefbomen van een maatschappij in handen heeft. Dat is natuurlijk geen officiële definitie. In de boekjes haalt men soms kapitalisme en vrije markt door elkaar, en zal men stellen dat in het kapitalisme de winnaars op de vrije markt beloond worden door… grote kapitalen te mogen controleren. 

Ik zie het lichtjes anders. Kapitalisme is controle van de maatschappij door de kapitaalbezitters. Wie Big Pharma in handen heeft, beslist welke medicijnen op de markt komen en zo lees ik deze ochtend in de krant in een interview met een naamgenoot (een zekere Van Ranst) dat de onderzoeksresultaten van een beloftevol en zeer goedkoop medicijn tegen Covid-19 (“mocht ik zelf Covid-19 hebben, dan zou ik dit nemen.”) niet zal gesteund worden door Big Pharma: “Daarom zal de farma-industrie deze resultaten aanvallen.” Dit komt in mijn boek, duidelijker kan ik het niet illustreren. 

In kapitalisme controleert kapitaal ‘alles’: wetenschap wordt gekocht (neen, niet de methode, maar bijvoorbeeld de reserachagenda, wat wel en wat niet gepubliceerd wordt), media zijn in handen van enkelingen, rechters worden in die media aangevallen, verkiezingen worden met peperdure campagnes beïnvloed, politici worden ‘gesponsord’, enzovoort. Zelfs kunst is in handen van enkele zeer rijken. Hier mogen we geen redeneerfout maken. Ook in andere ‘systemen’ (zeker het communisme) worden rechters door het systeem geneutraliseerd, wetenschap al evenzeer, is kunst in handen van de nomenclatura, maar het kapitalisme toont niet graag zijn ware gelaat en als zusje van liberalisme en democratie moeten de zwaarste ingrepen achter de schermen plaatsvinden, behalve natuurlijk in dé kapitalistische tempel, de VS waar de president bij de grootste nationale crisis ooit, zich laat omringen door… CEO’s.  Wat goed is voor Ford, was ten tijde van Henry Ford ook goed voor het land. Dat is nog niet veranderd. 

Als de belangen van de aandeelhouders primeren boven alle andere, dan heb je kapitalisme. Als de verdeling van de extra inkomsten bij de supermarkten ‘fair’ zal verlopen (personeel, voedselbanken, leveranciers, transporteurs, belastingen, en ja ook de aandeelhouder) dan kunnen we fier zijn op dit type kapitalisme; maar maak je vooral geen illusie.  Op dit ogenblik ervaren we dat bij bedrijven als Colruyt of Delhaize, of bij de fabrikanten van mondmaskers niet de aandeelhouders primeren, maar de klant, de patiënt. We zijn ontzettend blij met het kapitalistisch systeem (en de Chinese weldoeners). Maar als de crisis voorbij is, zullen we merken dat het heldhaftig personeel misschien geen extra beloning krijgt, dat vooral de aandeelhouders niet mogen gestraft worden en dan zullen we zeggen: ah ja, kapitalisme, dat is blijkbaar de prijs die we moeten betalen om een vrije markteconomie te garanderen. 

De gewone burger ergert zich niet zozeer aan die onzichtbare controle door het kapitalisme. Hij laaft zich aan artikels in de ‘linkse’ pers die ons nu uitlegt dat rijken met privéjets wél kunnen vliegen, wél medicatie kunnen  kopen, luxe-bunkers hebben, enzovoort. Als we met onze neus op ongelijkheid worden geduwd, vinden we dat vaak onrechtvaardig.  Maar de rijken kunnen gerust zijn, buiten wat hoofden schudden, zal er niet veel gebeuren. Uiteraard ergeren wij ons met zijn allen aan winkeliers die woekerprijzen vragen, maar de vrije markt werkt zelfs daar opvallend goed, onze ‘markten’ corrigeren zichzelf snel, het duurt echt geen half jaar om schaarse producten bij ons te krijgen. Maar we zijn zo verwend door de vrije markt dat drie dagen wachten op een handgel, toiletpapier of cola ons doet paniekeren. Het moet sneller. En welke prijs betalen we daar blijkbaar graag voor? Kapitalisme. Af en toe zijn we niet bereid die prijs te betalen. Denk maar aan de opwarming van de aarde.  Maar zelfs daar stopt de actie als er plots geen wijn meer zou zijn. 

Wanneer werkt een vrije markt niet? Een vrije markt werkt uiteraard niet voor ‘dingen’ waar niemand een prijs kan op zetten: een mensenleven, ouderliefde, genegenheid, solidariteit, waarheid, enzovoort, met andere woorden waar ‘sociale’ normen heersen en geen economische.  Wanneer faalt een vrije markt? Als ze niet ‘vrij’ is, dat wil zeggen als duizenden mensen niet meer onafhankelijk van elkaar beslissingen nemen en waardoor via een ‘markt’ vraag en aanbod elkaar niet meer ontmoeten. Normaliter werkt dat chaotisch systeem behoorlijk goed, want je vindt elke dag opnieuw kranten, stiften, tablets, internetaansluitingen en Ferrari’s en nog enkele tienduizenden andere producten van zonnepanelen tot schroefjes van exact 3,1 mm, van Dafalgan tot tulpenbollen (zelfs de Ferrari?) aan redelijke prijzen.   Tot natuurlijk de mensen niet meer onafhankelijk van elkaar beslissen en er een rush naar de bank, sorry een rush naar toiletpapier, melk en bloem ontstaat. Dan werkt het ‘systeem’ niet meer, dan moet finaal zelfs de overheid ingrijpen en hamsteren tot misdaad verklaren.  Hoe uitzonderlijk dat wel is, beseffen we nu.  En besef vooral dat in elk ander systeem (planeconomie vooral) dit niet het geval zou zijn!  Daar is het zelfs de regel, niet de uitzondering.

Het systeem is echter zo succesvol dat sommige bedrijven zo groot en zo machtig worden dat kapitalisme zich netjes nestelt in het hart van de vrije markt. Want ingrijpen in dat prachtige systeem durft en wil niemand… tenzij het echt niet anders kan. Zo wordt onze pot Nutella (duidelijk voor gezinnen een prioritair goed) gegarandeerd maar we krijgen er kapitalisme als cadeau bij. Een gezonde maatschappij ontwikkelt zwaar tegengewicht voor de concentratie van middelen in de handen van enkele families. Dat is de belangrijkste uitdaging voor een gezonde (sic!) democratie. Dat is een ander hoofdstuk, maar je merkt nu al dat het debat over de ideale staatsvorm aan het verschuiven is, en zeker niet in de richting van de traditionele liberale democratie. 

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken