De verblinde samenleving: vijf kanjers

D

Rutger Bregman kennen we ondertussen van Waarom mensen deugen. Dit boek was zijn eerste, en heeft mij gered toen ik eindeloos worstelde met mijn hoofdstuk over vooruitgang; dit thema is (uiteraard) materie voor een geschiedkundige, leer daarvan!

B.F. Skinner schreef één van de belangrijkste boeken van de twintigste eeuw. Maar het kreeg niet veel aandacht. Alleen filosofen mogen zich buigen over echte filosofische problemen. Maar wat als ze zich over de verkeerde buigen? Vele maatschappelijke problemen zijn verslavingsproblemen, ontaarde leerprocessen.

Als een journalist, ijzersterk schrijver, zich met haast academische toewijding over een moeilijk onderwerp buigt, dan krijg je een merkwaardig boek. Vooral omdat Joël zowat alle denktenoren persoonlijk heeft geïnterviewd. Conclusie: er is echt geen alternatief, we hebben het allemaal al wel eens gezien, en we mogen vooral de moed niet verliezen

John Kay is een didactische grootmeester die op meesterlijke wijze economische onderwerpen analyseert en bespreekt. Zijn uitgangspunt: economie vindt niet plaats in een institutioneel vacuüm, maar in een levensechte context. Nobelprijswinnaars economie denken daar vaak anders over. Net als filosofen die Skinner niet willen lezen, de mens is een zuivere geest niewaar…

Dit boek van wijlen Arnold Cornelis is een filosofische kanjer. Het is de herwerking van zijn doctoraal proefschrift De maatschappij als leerproces, jarenlang de werktitel van mijn boek. Maar aan de titel en subtitel filosofie van de stabiliteitslangen in de cultuur als nesteling der emoties merk je al dat dit wel erg diepgravend is. We danken aan deze Nederlands-Vlaamse filosoof de notie van ‘catastrofaal leerproces’.

Rubrieken