Stoner, John Williams

S

Het boek Stoner van de Amerikaanse schrijver John Williams (niet te verwarren met de filmcomponist voor o.a. Star Wars en Schindler’s list) is een absoluut cultboek. Toen het verscheen in 1965 werden er minder dan 2 000 exemplaren van verkocht, naar ons taalgebied vertaald is dat ongeveer…200. In 2011 kreeg een Franse vertaling vrij veel aandacht en het hek was van de dam toen het boek in 2013 bij Waterstones het boek van het jaar werd. In Europa werd het een alom bejubeld  boek. De Verenigde Staten volgden schoorvoetend.

Stoner begint met de begrafenis van de 65 jaar oude professor William Stoner, nog steeds ‘assistant-professor’, een man die bij zijn studenten weinig sporen naliet.

Het boek vertelt het leven van een gewoon man, die min of meer toevallig in een academische omgeving verzeilt, die min of meer toevallig met de verkeerde vrouw trouwt (ze lijdt aan een vreemde, ziekelijke geslotenheid) en die al even toevallig botst op een kwelgeest, professor Hollis Lomax. Stoner vecht niet, slaat nauwelijks terug, hij doet zijn plicht, houdt vol, doet de dingen zo goed mogelijk. Hij zorgt met liefde voor zijn dochtertje, geeft zo degelijk mogelijk les, begeleidt proefschriften. Meestal ervaart hij nederlagen, die hij zo gelijkmoedig mogelijk aanvaardt, af en toe kent hij een klein succes en hij vindt zijn geluk, eerder zijn lotsbestemming, in de dagelijkse routines, in enkele boeiende contacten, maar vooral in zijn verantwoordelijkheden die hij nooit verwaarloost.

Het boek is  zo on-Amerikaans als je maar kan bedenken. De hoofdfiguur ‘vecht’ niet, neemt niet zijn lot in handen, komt zelden in opstand tegen het onrecht dat hem keer op keer wordt aangedaan. Een typisch Grisham-boek bijvoorbeeld beschrijft de sterke figuur tegenover het ‘slechte’ systeem en… het individu wint. Bij Williams wint het systeem, maar Stoner capituleert niet. Hij blijft dat systeem loyaal dienen. Er gaat van het boek een soort melancholische tristesse uit, die je ook terug vindt in de schilderijen van Hopper: de eenzame figuur in een koffiebar, in een theater, aan een benzinestation, op plaatsen waar vaak veel contact is. Die figuren vervullen hun  rol in de maatschappij, dat is het enige wat je zeker weet.

Het boek is in hoge mate anti-hedendaags omdat het een ode is aan een man die niet kiest voor zelfontplooiing, voor geslachtsverandering, voor verzet, voor eigen identiteit. Je bent niet de architect van je eigen toekomst, je bent wel het gevolg van je keuzes, en die moet je trouw blijven. Je bent wie je bent. Heel modern is wel het (‘misplaatste’) ideaal van zijn vrouw, die voor hun tienerdochter ‘grote populariteit’ nastreeft, maar dan wel… ten koste van die dochter.

Kan ik dit boek aanraden? Zeker niet aan wie van een boek ontsnappen verwacht, je tijdelijk onderdompelen in een wereld die je ver verwijdert van de jouwe. Wel aan wie voor zichzelf  vragen wil stellen als: wat aanvaard ik in mijn leven? Waar blijf ik binnen zelf gekozen grenzen? Wat is de waarde van aanvaarden en berusten? Wat is ‘plicht’ voor mij, en hoe verregaand doe ik mijn plicht? Wat als mijn plicht botst met mijn verlangens?

Het boek is ook een aanrader voor al wie kennis wil maken met een onwaarschijnlijk beheerst, uitgepuurd (en vrij eenvoudig) Engels. Dit boek is geschreven door een grootmeester die geen enkel compromis nastreefde. Ook geen commerciële. De paradox is natuurlijk dat zijn erfgenamen wél hebben geprofiteerd van de mega-verkoop van ‘Stoner’.

Rubrieken