Over mondkapjes, Rutger Bregman en ceteris paribus.

O

Vreemd genoeg blijft de beschaafde discussie (en uiteraard ook de niet-beschaafde) over het effect van mondmaskers verder duren. 

Corona wordt vaak als een experiment voorgesteld. Maar dat is het niet. Een écht experiment moet aan twee sets voorwaarden voldoen. Je moet alle andere factoren constant houden én je moet alternatieve verklaringen kunnen uitsluiten. 

Ik geef twee groepen een creativiteitstest. Groep A ‘moet’ eerst veel koffie drinken, wie weigert, wordt naar huis gestuurd. Groep B krijgt water. De verschillen zijn verbluffend, A is veel creatiever dan B. Komt Rutger Bregman vijftig jaar later en duikt in de archieven, net zoals hij dat gedaan heeft voor diverse onderzoeken over mensen die niet deugen. Wat volgt is natuurlijk een karikatuur, maar toch….

Velen van groep A deden suiker in hun warme drank. Het is de suiker, niet de koffie.

Er werden dertig proefpersonen naar huis gestuurd, bijna allemaal mannen.

Groep A moest veel meer plassen,  in het toilet stonden leuke creatieve graffiti.

Groep B was wat boos toen bleek dat A ook nog koekjes kreeg, zij niet.

De leden van groep A ontdekten tijidens de koffie via een loslippige onderzoeker wat het doel van de studie was en deden flink hun best.

Er was een vrij groot leeftijdsverschil tussen de koffiedrinkers en de waterdrinkers.

Het is voor de lezer een creativeitsoefening om zelf nog tien mogelijke verklaringen te vinden.

Het is ontzettend moeilijk om alle factoren constant te houden. Economen en medici trachten dit statistisch te doen, om ceteris paribus te bereiken. Men houdt dan bijvoorbeeld leeftijd of rookgedrag statistisch constant. Dat is een verantwoorde methode, maar… wat je niet hebt gemeten, kan je niet statistisch constant houden. Veronderstel dat het drinken van pompelmoessap of frequente seks een heel groot effect heeft en dat de twee groepen (om gelijk welke reden) net daar sterk verschillen, net als ze verschillen qua rookgedrag. Dit probleem teistert elk experiment in de sociale en vooral medische wetenschappen, die dan liever spreken over quasi-experiment.  Het is daarom dat échte wetenschappers altijd voorzichtig zijn (de pers en facebook meestal niet). Het voorbeeld van pompelmoes is overigens niet volkomen uit de lucht gegrepen.

Toegepast op mondkapjes. Let op: deze voorbeelden zijn louter didactisch, ik moei mij niet met het debat, maar wil wél wijzen op het feit dat het methodologisch nog zo eenvoudig niet is om het effect van mondkapjes echt te meten.

Bevolkingsgroep A:  geen sociale afstand, geen mondmasker: 1000 besmettingen

Bevolkingsgroep B: sociale afstand, geen mondmaskers : 400 besmettingen

Bevolkingsgroep C : geen sociale afstand, wel mondmaskers: 950

Bevolkingsgroep D: sociale afstand én mondsmaskers: 200

Nogmaals, deze cijfers zijn louter fictief. Maar je hoeft geen statisticus te zijn om te begrijpen wat professor Q, een niet-believer, op tv, tijdens een praatprogramma en in vele interviews zal vertellen.  Die heeft C bestudeerd en zegt: mondmaskers helpen niet, het verschil tussen 1000 en 950 is statistisch niet significant, etc..

Professor R, een sociale wetenschapper, heeft een leuke variante bedacht, hij heeft aan de mensen gevraagd of ze geloven in mondmaskers. Hij vindt dat ‘geen sociale afstand maar geloven in mondmaskers’ de besmettingen verlaagt tot 600!  Maar Rutger Bregman stelt vijftig jaar later vast dat mensen die in mondmaskers geloven onbewust en onbedoeld veel meer afstand houden, meer hun handen wassen, meer bleekwater gebruiken in de badkamer en opvallend veel pompelmoes drinken(nogmaals, disclaimer: fictie!)

Mijn voorbeelden zijn bovendien nog eens simplistisch. Wees maar zeker dat de vier groepen nog wat op andere variabelen verschillen (Zweden zijn geen Italianen, Noren geen Fransen) én de data niet ondubbelzinnig zijn, het zijn meestal puntenwolken met vrij veel ruis; ook binnen elke groep merk je opvallend veel verschillen. 

En dan heb je natuurlijk nog dat fameuze argument dat als mensen het mondmasker verkeerd dragen, zich vals beschermd voelen, dat effect vermindert met … 1%, 10% 50%? 95%????  

Dus: vergeet aub niet dat de geneeskunde bijna nooit volledig evidence based kan zijn. Vroeg of laat wordt ze eminence based. Wat denken Van Ranst, Van Gucht, Fauci, Van Dissel, Wieler?

Persoonlijk zeg ik dan: liever het oordeel van deze eminenties, dan dat van mijn verre nicht of van een kustburgemeester. Maar ook het oordeel van deze eminenties is niet feilloos, ook al zullen ze voor de tv-camera’s wel eens die indruk geven. 

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken