Ik durfde wel eens de stelregel verdedigen: het ideale team is 4 of 6 leden groot. Vooreerst een even getal, dat maakt het moeilijker om met een nipte meerderheid te beslissen. Maar vooral, hou het klein. Het ideale team heeft slechts twee eigenschappen: het is klein en alle leden onderschrijven volkomen het concrete doel van het team. Al de rest is boeiend om weten, maar stelt niet veel voor, of is moeilijk aan te sturen: de leden van het team moeten complementair zijn qua vaardigheden, groepsleden moeten soepel zijn, moeten elkaar vertrouwen, etc. Die zaken zijn overigens vaak het gevolg van goed teamwerk, geen oorzaak. Even opletten, ik heb het hier niet over vaste comités, afdelingen etc. Die hebben zelden concrete, laat staan gemeenschappelijke, doelstellingen; heel vaak verdedigen de leden gewoonweg particuliere belangen en zijn dus voor mij geen ‘teams’, maar groepen. Hou die maar oneven, dan geraak je er desnoods met een stemming uit.
Het prestigieuze tijdschrift Nature publiceerde recent een studie van 65 miljoen (kan tellen als steekproef, of is dat geen steekproef meer?) papers, patenten en software- producten geproduceerd tussen 1954 en 2014. Kleinere groepen realiseerden gemiddeld meer doorbraakideeën dan grotere groepen die eerder bestaande ideeën verder uitwerkten. Dat laatste is uiteraard ook belangrijk, maar nu iedereen de mond vol heeft van ‘disruptie’, kan ik alleen maar met iets meer zekerheid herhalen: hou je teams klein. Grote groepen werken moeizaam samen, die houden zitting.