Een verhaaltje van Auguste Flaubert

E

Ik haat tandartsen. Maar er was niets aan te doen, ik moest een kies laten trekken. Met lange tanden (sic) trok ik naar zijn praktijk. Ik moest daartoe een plein oversteken. Op dat plein stond vroeger de guillotine. Toen besefte ik dat de terdoodveroordeelden ongeveer dezelfde weg moesten afleggen als ik. Zij verloren hun hoofd, niet een kies. Zelden heeft een tandarts iemand zo goedgemutst op zijn stoel gezien, als ik die dag.

WAARSCHUWING

Een vriendelijke tandarts uit Vlaams-Brabant wees me erop dat tandarts een knelpuntberoep aan het worden is en dat een zinnetje als ‘ik haat tandartsen’ echt niet bijdraagt tot het imago van een beroep dat op unieke wijze bijdraagt tot de volksgezondheid. Voor alle duidelijkheid: dat zinnetje legt Flaubert de verteller in de mond (let op de woordkeuze!), en die verteller ben ik niet. Ik haat niemand, en zeker geen tandartsen, op wie ik steeds heel professioneel heb kunnen rekenen. Ik heb in mijn mond wel liever de moderne tandartsinstrumenten dan die uit de tijd van Flaubert.

 

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Rubrieken