Wat is intelligentie?

22-01-2025

Een grappenmaker zegt wel eens dat artificiële intelligentie artificieel noch intelligent is. Deze woordspeling is niet al te relevant. Natuurlijke intelligentie is gewoonweg de intelligentie die in de natuur voorkomt. Varkens zijn intelligenter dan schapen. De mens denkt van zichzelf dat hij zeer intelligent is, en dat is al bij voorbaat verdacht. Dat heet zelfdienende vertekening, in het Engels klinkt het academischer: the self-serving bias.  We zijn niet kritisch genoeg als het over onszelf gaat.  Alle intelligentie die dan niet in de natuur voorkomt, is artificieel. Even opletten, de invloedrijke filosoof Bruno Latour heeft er bij herhaling op gewezen dat het onderscheid tussen natuur en cultuur een misvatting is van het modernisme. Je hebt een hele reeks hybrieden. Denk aan brood en bier, of aan 'natuurlijke' enzymen. 

Intelligentie definiëren is uiterst moeilijk. Onthoud dit vooral. . 

Omdat de mens verliefd is op zichzelf (en niet alleen de narcisten), hanteren  we graag intelligentie om de prestaties te verklaren die wij leveren: wiskunde, technologie, filosofie, de weg vinden in een vreemde stad, vertalingen uit andere talen, een (slechte) tentoonstelling over de zijderoutes organiseren in het British Museum en een steengoede over Francis Bacon in the National Portrait Gallery.  Oei, wie zegt dat die ene tentoonstelling slecht en die andere goed is?  Is dat wel intelligent?

We krijgen intelligentie nauwelijks gedefinieerd, tenzij natuurlijk we het aan ChatGPT vragen. Dat doen we nu lekker niet. Nochtans zie ik vrij snel het verschil tussen een domme (schaapachtige) nieuwe winkelbediende en een slimme (varkensachtige???). De slimme leert razendsnel bij, de domme blijft maar fouten maken. 

Het is dus blijkbaar zoals met een olifant, we herkennen het dier op slag, maar krijgen het nauwelijks gedefinieerd.

Psychologen hebben decennia lang discussies gevoerd over 'g', dat is de algemene intelligentie. Ze stelden namelijk vast dat er tussen hun verschillende intelligentietests vrij hoge correlaties bestonden, en dan kan je met hoofdcomponentenanalyse  (is statistiek beheersen een kwestie van intelligentie, of van interesse?) heel eenvoudig 'g' vinden, er is wel degelijk zoiets als algemene intelligentie. Hoe verstandig is zo'n aanpak. Hoofdcompententenanalyse zoekt immers net wat gemeenschappelijk is. En iedereen weet, wie zoekt... die vindt. Met factoranalyse echter kan al men even intelligent aantonen dat er x factoren zijn. Ook hier een probleem. Je moet eigenlijk al op voorhand x kennen om je factoranalyse zinvol door te voeren. Geen wonder dat in academische kringen die methode geen al te goede naam heeft. Vreemd toch, hoe bizar maar wees niet verbaasd. Bruno Latour (daar hebben we hem weer) wijst met klem op een inzicht dat ik al verworven had door in mijn vakgebied op zoek te gaan naar leiderschap, bedrijfscultuur, motivatie.  Die dingen liggen niet onder de aardlagen verborgen tot je ze ontdekt. Tenzij natuurlijk je gelooft in 'drill, baby drill'.  

De waarheid over intelligentie ligt niet te wachten op onze studie van de Artificiële Intelligentie. Het is omgekeerd!  Door ons netjes te buigen over A.I. beginnen wat meer te begrijpen over intelligentie, of wat nauwkeuriger: de diverse actoren in het veld bereiken stilaan consensus over wat intelligentie wél en wat het waarschijnlijk niet is. Het heeft zeker te maken met vlotjes problemen oplossen. Overigens, een probleem helder krijgen, het juiste probleem boven tafel krijgen is dat al geen teken van hoge intelligentie?

Onlangs las ik weer zo'n diepe waarheid, die je vroeger zowat overal vond, zelfs in hotelkamers. Die mode is nu weer voorbij. Niet A.I. wordt menselijker, maar wij worden artificiëler.